De dinsdagavondcompetitie bij ARC Ulysses, dit jaar gesponsord door IT Leaders, is al twee wedstrijden onderweg. En hoe! De opkomst is groot, de sfeer is geweldig.
Zelf rijd ik dit jaar mee met de zwarte nummers. Dit zijn de Grote Motoren, waar de mindere goden als ik zich vooral beperken tot aanklampen. Hoewel, in de eerste wedstrijd wist ik naar een 3e plek te rijden. Er was enige verwarring in de groep over het aantal nog te rijden rondjes, waar ik handig gebruik van maakte. Want wie niet sterk is moet slim zijn:-)
Helaas voor mij waren Erik Jan en Christiaan ook alert, en die zijn zowel sterk als slim. Erik Jan sprintte naar de zege en werd zo meteen klassementsleider, wat dit jaar gepaard gaat met een witte aanvoerdersband,
In de tweede wedstrijd ervaarde Erik Jan meteen de last die zo’n leidersband meebrengt; iedereen reed op zijn wiel. Het tempo lag hoog en elke uitvalspoging werd vakkundig dichtgereden. Na een fysiek en tactisch zwak moment in de openingsfase, werd ik met een groepje zelfs even gelost van het peloton. Maar ook de achterhoede bij de zwarte nummers bestaat gelukkig uit bikkels. Huub nam met zijn leidersinstinct de coördinatie op zich en sprak de bemoedigende woorden dat we nog terug konden komen. Samen met Benno en Wilco K draaiden we kop-over-kop en zagen onze achterstand tot het peloton langzaam slinken, en na een achtervolging van anderhalf rondje sloten we weer aan. Door deze krachtsinspanning hadden we wel een jasje uit gedaan. De een na de andere wapperde in deze fase uit het peloton. Dankzij goed positioneren wist ik gelukkig bij te blijven.
Tegen het eind van de koers werd wel duidelijk dat er geen vlucht zou wegblijven en ging het tempo enigszins uit het peloton, waardoor ik weer net wat kracht kon opsparen voor een late wanhoopsaanval.
Helaas is mijn koerstactiek zo voorspelbaar, dat Erik Jan mijn aanval al luid aankondigde voordat ik zelf wist dat ik hem ging plaatsen. Omdat nummer 2 Christiaan er niet bij was, stond ik qua punten het dichtstbij Erik Jan’s leiderspositie. En dat heb ik geweten; bij mijn beider pogingen zat Erik Jan strak in mijn wiel. (Dit is puur te wijten aan tactiek, en had niets te maken met het feit dat ik geen enkele versnelling meer in de benen had).
Leeggestreden moest ik de sprint laten lopen, en zag ik op grote afstand dat kersverse vader Wilco zijn wiel als eerst over de streep drukte. Blijkbaar geeft het vaderschap hem meer moraal dan de gebroken nachten kunnen afbrokkelen.
Over de jeugd gesproken; bij de Witte Nummers won Hannes van de Wetering de eerste twee wedstrijden. 15 jaar en hij legt ze er nu al op. Ik vrees de dag dat hij bij de zwarte nummers mee doet.
Ik kijk nu al weer uit naar de volgende sessie op de pijnbank van de dinsdagavondkoers.
Jan Bernhart
